Zes ochtenden per week valt bij mij thuis het Brabants Dagblad op de deurmat. Een krantenabonnement afsluiten dat meer biedt dan alleen digitale toegang deed ik met een reden. Wanneer ik me met
een kop thee over de papieren krant buig, word ik niet snel afgeleid. In ieder geval een stuk minder snel dan wanneer ik achter mijn laptop het laatste nieuws lees. Daar proberen digitale
verleidingen het te winnen van mijn vastberadenheid een longread uit te lezen.
Toch valt me de laatste tijd iets op. Ik scan de artikelen die ik op de keukentafel probeer uit te lezen. Natuurlijk is er niets vreemd aan het scannen van artikelen. We lezen de kop van een
artikel en besluiten op basis daarvan de fotobijschriften, streamers en tekst in kaders ook onze aandacht te gunnen. Een journalist mag blij zijn wanneer ook de nauwkeurig uitgewerkte platte
tekst van a-tot-z wordt gelezen. Maar het gaat verder dan dat. Mijn blik glijdt over de tekst zoals ik naar een beeldscherm kijk. Ik lees vluchtig en merk dat ik ongeduldiger word. De tekst moet
me direct boeien, of ik sla de bladzijde alweer om.
Ik moet dat niet doen. Waar is de focus die ik voorheen wel had? Ik weet zeker dat ik tien jaar geleden veel minder ongedurig was tijdens het lezen van een artikel. Terwijl ik me dit realiseer,
besef ik dat ik vast niet de enige ben. En wat betekent dat voor de teksten die ik zelf iedere dag schrijf? Ze worden veel vluchtiger gelezen dan voorheen, het kan niet anders. Daar moet ik iets
mee. Wij tekstschrijvers worden vaak verzocht tussenkoppen te gebruiken in een tekst, wat ik dan braaf doe. Voor mijzelf zijn die tussenkoppen niet meer dan een prettige afwisseling in de
lay-out. Zouden ze wel écht gelezen worden?
In mijn gesprekken met interviewkandidaten ben ik steeds scherper op het verhaal dat iemand me wil vertellen. ‘Wat wil je dat jouw doelgroep met deze informatie doet, wat heeft de doelgroep hier
precies aan?’, hoor ik mezelf regelmatig vragen. “Oh ja, je hebt gelijk”, geeft de persoon aan de andere kant van de lijn dan toe. Met andere woorden, ik benader iedere tekst vanuit de vraag wat
de lezer wil weten, waar hij naar op zoek is of wat simpelweg zijn interesse heeft. Het klinkt zo vanzelfsprekend, maar ik merk in het teruglezen van mijn eigen teksten ook dat het scherper kan.
Ik wil daar kritischer op zijn. Wie heeft daar nog tips voor? Een Tekstnetcollega gaf alvast een goed advies: installeer de language tool. Een tool die suggesties geeft voor een beter leesbare tekst. Heel praktisch, want je krijgt meteen suggesties voor woorden zoals misschien,
eventueel, met name.
Nu stop ik, want ik ben veel te bang dat ik je interesse al lang kwijt ben. Ik ben altijd benieuwd naar inzichten van andere tekstschrijvers, deel ze daarom vooral onder deze tekst.
Reactie schrijven