Ook nu ik werk als zelfstandig tekstschrijver, probeer ik door het jaar heen enkele congressen te bezoeken. Al snel na mijn aanmelding bij Tekstnet, de beroepsvereniging voor tekstschrijvers,
bleek het tweejaarlijkse congres Tekstnetwerken op de agenda te staan. De locatie was sportcentrum Papendal, waardoor niet geheel toevallig was gekozen voor het thema ‘Ga voor goud’.
Afgelopen dinsdag zette ik samen met twee andere ‘Tekstnetters’ uit de regio Tilburg koers richting het imposante sportterrein.
Daar zorgde Frenk van der Linden als gespreksleider tussen het publiek en een vijfkoppig panel voor een prettige aftrap. Over en weer werd gesproken over de toekomst van het vak als
tekstschrijver. Tussen de bedrijven door hoorden we hoe de mediabedrijven die de panelleden vertegenwoordigden inspelen op de behoeften van de altijd kritische doelgroep en de manier waarop zij
omgaan met hun freelance krachten. Hoe zorgen we zelf dat we ons blijven onderscheiden en niet onderbetaald worden? En wat te denken van de wel of niet dreigende inmenging van robots? Eén van de
aanwezigen in het publiek zei het doeltreffend: “Zorg dat je f*cking goed bent in je vak.” De toevoeging die een ander daarop deed, vond ik ook heel waardevol: “Je kunt roepen hoe goed je bent,
maar durf vooral je kwetsbare kant te laten zien”. Dat zeg ik inderdaad ook altijd tegen de ondernemers voor wie ik het schrijven van de blogs uit handen neem, maar laat ik aan mijn
opdrachtgevers mijn kwetsbare kant zien? Ik denk het niet.
Na de aftrap bezocht ik vier korte workshops, waarbij ik onder andere Jan Renkema trof, de hoogleraar aan de UvT van wie ik precies tien jaar geleden ook wekelijks les kreeg. Het destijds
compleet uit mijn hoofd geleerde ‘CCC-model’ was toe aan uitbreiding en daar kwam Jan ons over vertellen. Zo volgde ik nog drie sessies waar Marc ter Horst sprak over het schrijven van een
kinderboek en waar ik met pritt stift en schaar aan de slag ging tijdens het college content design van Wiep Hamstra. Met de uitleg van Louise Cornelis over perifere en centrale verwerking bij
het lezen van een boodschap kwam de kennisvergaring voor mij deze dag tot een einde.
Met een heel klein beetje afgunst luisterde ik naar de manier waarop de andere Tekstnetters terugblikten op de langere workshop ‘interviewtechnieken’, want wat kon Brigit Kooijman dit goed
vertellen. Dat gold ook voor het verhaal over Annet Scheringa, die de aanwezigen had bijgepraat over storytelling. Het is waarschijnlijk precies de reden dat ik voor vier korte sessies gekozen
had in plaats van twee langere, vanuit de gedachte altijd zoveel mogelijk nieuws te willen horen. Uitgeput was ik, aan het einde van de dag. Nu snap ik waarom dit tweejaarlijkse congres
'Tekstnetwerken’ wordt genoemd.
Op de weg terug naar Brabant bespraken we de indrukken van de afgelopen dag. Alle drie zijn we net nieuw bij de club en toch hadden we vandaag al heel veel bekende gezichten gezien. Het is nog
twee jaar wachten op de volgende editie. Dan verwacht ik nog veel meer bekenden te zien. En tóch te kiezen voor de uitgebreidere workshops.
Reactie schrijven